De nieuwjaarsreceptie was al even aan de gang, de glazen gevuld, de handen geschud, toen de burgemeester plaatsnam achter de provisorisch opgestelde katheder in de grote hal van het gemeentehuis. Het geroezemoes verstomde en de koks bij het warme buffet legden hun lepels neer.
Het was de eerste keer dat ik erbij was.
‘Wie komen zoal naar zo’n bijeenkomst?’ had ik aan mijn man gevraagd.
‘Met name mensen van bedrijven en organisaties, denk ik,’ zei hij.
Ik had geen bedrijf en hoorde niet bij een of andere organisatie, maar toch was ik gegaan. Gewoon, uit nieuwsgierigheid.
De nieuwjaarstoespraak ging over de kracht van Overbetuwe, de betrokkenheid van de bewoners bij elkaar en over alle mooie initiatieven die genomen worden. Alle dorpen passeerden de revue en regelmatig zag ik mensen knikken of even glimlachen als teken van herkenning.
‘…Sinds 2014 zijn we de nieuwkomers om recepten gaan vragen en het leek me leuk om met deze recepten een kookboek samen te stellen van de inmiddels exotische Overbetuwe,’ hoorde ik de burgemeester zeggen.
‘En straks bij het weggaan, mag u allemaal een exemplaar meenemen,’ vervolgde hij.
Ik keek naar de burgemeester, zoals hij daar stond op het spreekgestoelte: zijn grijze kuif joviaal naar een kant gekamd, de twinkelende ogen achter de dunne brillenglazen en zijn ranke lijf in een keurig pak gehuld. En ik voelde een soort van trots om het hebben van een burgemeester die zoiets bedenkt.
Nu ligt het boek bij ons thuis op de salontafel. Zo nu en dan blader ik er even in en lees over Alieu uit Gambia die sinds een paar jaar met zijn gezin in Elst woont en vertelt hoe je pikante kip met pindasaus kunt maken. Maar ook over Hendrie uit Randwijk die ieder jaar kookt voor de mensen in het Dorpshuis en wiens favoriete recept zoute snijbonen en reuzel bevat.
Nieuwe smaken of de smaak van vroeger, exotisch of oer-Hollands, hier gekomen of hier geboren: alles in een boek gevat. Heel mooi.